Levering onder Free on Board

08 februari 2018

                                         Enige tijd geleden werd mij een casus voorgelegd bij de levering van zaken, waarbij verkoper en de koper hiervan met elkaar contractueel de Incoterm FOB 2010 Rotterdam waren overeengekomen.De...

Read more


Is de schade aan goederen als gevolg van insolventie van de vervoerder gedekt onder een transportverzekering?  Bij de beantwoording van deze vraag zal ik mij in dit geval beperken tot de standaard dekkingsclausules van de Institute Cargo Clauses (A) van 1 januari 2009 en de “All-Risks” Clausule G 13, welke aan de Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 kan worden gehecht.

Beide Clausules dekken in beginsel alle verliezen en materiele schade aan de verzekerde met inbegrip van onkosten, zoals de bijdrage in averij-grosse, bereddingskosten en de extra kosten welke het gevolg zijn van een lossing uit nood e.d. als gevolg van een verzekerd gevaar.

Er zijn meerdere uitsluitingen onder deze clausules, waarvan schade die het gevolg is van de aard en het gebrek ( inherent vice) een voorbeeld is.

De Institute Cargo Clauses (A) is in artikel 4.6 uit schade en onkosten, welke het gevolg is insolventie of financieel onvermogen (wanbetaling) van de eigenaren, managers, charters of de operators van het schip, voor zover de verzekeringnemer op het moment van belading van de zaken aan boord van het schip op de hoogte was of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de insolventie.

Verzekeraars kunnen zich niet beroepen op deze uitsluiting indien de zaken te goeder trouw aan een derde (al stomende) zijn verkocht, waarbij de verzekering is overgedragen aan de verkrijger van de zaken.

Volledigheidshalve wil ik hierbij opmerken, dat deze uitsluiting ook is opgenomen in de Institute Cargo Clauses (B) en (C) van 1 januari 2009.

Andere voorbeelden hiervan zijn transacties, waarbij verkoper en koper de Incoterms Cost Insurance Freight of Cost Insurance Paid to zijn overeengekomen.  De verkoper sluit ten behoeve de koper een verzekering. In beide gevallen zal het initiatief voor het sluiten van het vrachtcontract bij de verkoper liggen. De koper staat hier buiten.

Een dergelijke uitsluiting als genoemd in de  Institute Clauses (A) vinden wij niet terug in de “All-Risks” Clausule G13.

De Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs heeft hiervoor een speciale clausule ontwikkelt, namelijk de G30 Insolventie Clausule, welke separaat aan de  Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 moet zijn gehecht, wil hij van toepassing zijn.

Deze clausule sluit eveneens uit alle verliezen van en materiele schade aan de verzekerde zaken en kosten als gevolg van insolvabiliteit of wanbetaling van de vervoerder, eigenaren, reder, bevrachter of exploitant van het vervoermiddel, de bewaarnemer van de verzekerde zaken.

Dit alles voor zover de verzekeringnemer op het moment bij de aanvang van de reis op de hoogte was of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de insolventie.

Deze uitsluiting gaat verder dan onder de Engelse clausule, want daar spreekt men over schip en niet over vervoermiddel en laat men tevens de bewaarnemer buiten schot.

De verzekeraars moeten wel aannemelijk kunnen maken, dat de verzekeringnemer of zijn ondergeschikten bij de aanvang van de verzekerde reis op de hoogte waren of hadden kunnen zijn van de insolvabiliteit van de vervoerder.